Gister hebben we het grootste gedeelte van de dag in de auto gezeten, met af en toe een foto-stop en heel even de benen strekken. Op de ‘camping’ stikt het van de sand-flies, rotbeestjes, steken/bijten je overal…
Vandaag zijn we naar Franz Josef gereden, best een lange rit! Onderweg zijn we langs de Pancake-rocks (and blow-holes) gekomen. Het was echt zo’n toeristische attractie geworden, met meerdere koffietentjes een bezoekers centrum enzo. Het was gelukkig wel gratis. Eerst dacht ik dat het gewoon een stapel platte stenen op elkaar was, die leken op een stapel pannenkoeken, maar het waren rotsen die uit ontzettend veel laagjes bestonden. Wel erg mooi om te zien, zeker met het blauwe water op de achtergrond.
We zijn ook nog gestopt in een klein dorpje ‘Hokitika’. Daar was een jade-factory waar je natuurlijk allerlei jade figuurtjes, oorbellen en kettinkjes kon kopen. Je kon ook zien hoe ze die jade stenen slepen, maar het klonk er net als bij de tandarts, dus ik heb niet al te lang staan kijken. Er lagen wel hele mooie dingetjes, maar de prijzen waren minder mooi… Als je een zijstraatje inging, had je een mooi uitzicht op de Tasman Zee, maar het was alleen maar zee, geen mooie rotsen ofzo, dus dat had ik na vijf minuten ook wel weer gezien… Na een goede lunch in een leuk eettentje, zijn we weer verder gereden.
Franz Josef is bekend vanwege de gletsjer, natuurlijk, maar het dorpje was kleiner dan ik had verwacht… Ik denk dat meer dan de helft camping, hotel en motel was en de rest verdeeld over souvenir-winkeltjes en winkeltjes waar je helikopter vluchten kan boeken. De hele ‘stad’ bestond uit zeven straten, een vrijwillige brandweer, een supermarkt, tankstation, pub en twee kleine kerkjes… We zijn nog even de I-site in geweest om te zien welke opties we hebben om een wandeling te maken, maar het is vrij prijzig. We denken er nog even over na.
En voor wie het nog niet door heeft, ik ben verslaafd geraakt aan varens…
Ik had het al een poosje door. Maar ze zijn ook erg prachtig, in veel soorten, maten en kleuren.